top of page

standpunt rulingcommissie over gemengde cryptoportefeuilles: wat zijn de gevolgen?

Bijgewerkt op: 26 sep

Onze telefoon staat deze week roodgloeiend. Heel wat beleggers vroegen ons om duiding bij het Jaarverslag 2024 van de Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB). Daarin staat dat zodra een belegger ook maar enkele munten op een speculatieve manier beheert, alle meerwaarden op de volledige cryptobelegging belastbaar zouden zijn als divers inkomen. Dat standpunt is bijzonder streng en naar onze mening juridisch onhoudbaar.

gemengde cryptoportefeuilles die worden beoordeekd
Wat stelt de rulingcommissie in haar jaarverslag over gemengde cryptoportefeuilles?

Voor de goede orde hernemen we graag wat de rulingcommissie precies gesteld heeft aangaande gemengde cryptoportefeuilles:

"7.1.5. KWALIFICATIE MEERWAARDEN OP CRYPTOMUNTEN

Casus 1:

De aanvrager houdt verschillende soorten cryptomunten aan. Eén bepaalde cryptomunt houdt hij aan volgens de buy-and-holdstrategie. Van deze munt koopt hij er af en toe bij, maar er werden er nog geen van verkocht.

Op zijn andere cryptomunten past hij een meer speculatieve strategie toe en de aanvrager zelf is van oordeel dat de meerwaarden op die cryptomunten beschouwd kunnen worden als diverse inkomsten, belastbaar aan 33 %.

De aanvrager vraagt aan de DVB te bevestigen dat de meerwaarden op de cryptomunt die hij aanhoudt volgens het buy-and-holdprincipe vrijgesteld zijn en de meerwaarden op de andere cryptomunten als diverse inkomsten beschouwd worden.

De DVB is van oordeel dat om de beleggingsstrategie te bepalen geen onderscheid kan gemaakt worden tussen de verschillende soorten cryptomunten die de aanvrager aanhoudt, en de beleggingsstrategie aldus dient beoordeeld te worden op zijn volledige cryptomuntenportefeuille.

Aangezien de meerwaarden op bepaalde cryptomunten sowieso, overeenkomstig artikel 90, eerste lid, 1°, WIB 92, als diverse inkomsten beschouwd worden, zijn bijgevolg alle meerwaarden die de aanvrager realiseert op zijn cryptomunten te beschouwen als diverse inkomsten, ook die gerealiseerd op de cryptomunt die wordt aangehouden volgens de buy- and-holdstrategie."

Onhoudbaar standpunt

De administratie hanteert hiermee een al te vereenvoudigde visie op de beleggingsstrategie van een investeerder. Zij gaat er verkeerdelijk van uit dat een belegger slechts één strategie kan nastreven en dat deze bovendien moet worden beoordeeld op de volledige cryptoportefeuille. De DVB gaat ons inziens daarbij voorbij aan de basispremisse van een speculatieve verrichting, namelijk dat elke verrichting en elke aankoop afzonderlijk beoordeeld moet worden. Voor een correcte kwalificatie van normaal beheer moet dus per verrichting, en dit op het ogenblik van de aankoop, worden nagegaan of sprake is van speculatie dan wel van normaal beheer.

Moment van de aankoop

Speculatie moet steeds beoordeeld worden op het ogenblik van de aankoop en of de belegger op dat moment een speculatief inzicht had. Oorspronkelijk keek men daarbij vooral naar de intentie om binnen korte termijn te verkopen, later ook naar het risico dat de belegger toen op zich nam. Over de inschatting van dat risico kan discussie bestaan, maar de houdperiode is objectief vaststelbaar. Men kan immers exact nagaan hoeveel dagen een bepaalde munt werd aangehouden en of dit een korte termijn betreft. In de praktijk wordt dit vaak gehanteerd als het meest voor de hand liggende criterium om een onderscheid te maken tussen normaal beheer en speculatie.

Het is echter een al te gemakkelijke benadering. De beoordeling moet steeds gebeuren vanuit de situatie bij aankoop, los van het globale portefeuillebeeld dat zich pas later vormt. Het is echter wel zo dat wanneer een munt bijvoorbeeld reeds enkele dagen na aankoop opnieuw wordt verkocht, dit achteraf een sterke aanwijzing vormt dat er bij aankoop al een intentie tot snelle verkoop bestond.

Het standpunt van de DVB, waarbij alle transacties in eenzelfde belastbaar tijdperk samen worden gekwalificeerd, is dan ook onbegrijpelijk. Deze zienswijze gaat ons inziens voorbij aan de rechtsleer en rechtspraak die steeds benadrukt hebben dat elke verrichting afzonderlijk beoordeeld moet worden en dat de intentie bij de aankoop bepalend is voor de kwalificatie.

Dat neemt niet weg dat de waarde van uitspraken van de DVB niet mag worden onderschat, maar evenmin overschat. Hun standpunten hebben verregaande gevolgen en verdienen aandacht. Tegelijkertijd hanteert de DVB vaak een bijzonder voorzichtige benadering. Vooral in het kader van cryptobeleggingen zien wij dat daar soms twijfelachtige standpunten in worden ingenomen, zoals de bewering dat maximaal 25% van het roerend vermogen in crypto mag worden belegd om als normaal beheer aanzien te worden, wat ons een volledig arbitrair criterium lijkt.

Wel moet worden benadrukt dat wanneer de DVB een ruling aflevert, de fiscale administratie daaraan gebonden is. Een ruling geeft rechtszekerheid aan de aanvrager en verplicht de fiscus dat standpunt te volgen. Het is in dat opzicht steeds een delicate evenwichtsoefening voor de DVB. Omdat hun uitspraken bindend zijn, zien we dat zij vaak erg terughoudend zijn om een transactie als normaal beheer te erkennen. In dossiers over cryptobeleggingen leidt dat geregeld tot strenge en soms twijfelachtige standpunten, zoals de vermeende grens dat maximaal 25% van het roerend vermogen in crypto zou mogen worden belegd, een criterium dat in onze ogen elke wettelijke basis mist. Toch is het belangrijk te onderlijnen dat het uiteindelijk niet de DVB is die finaal beslist over de kwalificatie, maar in eerste instantie de fiscale controleur, waarbij een betwiste beslissing desgevallend aan de rechtbank kan worden voorgelegd.

Conclusie

Het standpunt van de DVB is juridisch erg twijfelachtig en wordt door de meeste fiscale auteurs zelfs als een vergissing of erratum beschouwd. Beleggers hoeven er dan ook niet van uit te gaan dat elke gemengde portefeuille automatisch als speculatief zal worden aangemerkt. Wel is het aan te raden om bij het combineren van verschillende strategieën een duidelijke scheiding aan te brengen tussen langetermijnposities en speculatieve transacties, bijvoorbeeld door afzonderlijke wallets of platforms te gebruiken.

Indien u nog andere vragen hebt over crypto bekijk dan zeker onze Frequently Asked Questions (FAQ)





Christophe Romero Senne Verholle

 
 

Contact

Aeacus Lawyers staat tot uw dienst voor al uw juridische vragen. U kan met ons geheel vrijblijvend contact opnemen via het onderstaande e-mailadres of door het onderstaande formulier in te vullen. Wij komen zo spoedig mogelijk bij u terug. 

bottom of page